Airedale Terrier
Voor het eerst werd de Airedale Terrier in de 19e eeuw gesignaleerd. De Airedale Terrier is afkomstig uit Groot-Brittanië uit de omgeving van de rivieir de Aire. Hier werd de Airedale Terrier gebruikt voor de jacht en het opjagen van otters en bunzings. De voorouders van de Airedale Terrier zijn waarschijnlijk de Otterhound, de Harrier en enkele Terrier-rassen. De Airedale Terrier wordt ook wel de ‘Koning van de Terriers’ genoemd, omdat hij de grootste van alle Terriers is.
Schofthoogte Reu 58 – 61 cm. Teef 56 – 59 cm.
Gewicht: 20 – 23 kg.
Verschijning: Gespierd en actieve hond.
Aard: Waaks, vrolijk en lief voor kinderen.
Hoofd: Schedel: vlak.
Voorsnuit: krachtig.
Ogen: Donker van kleur.
Felle uitstraling.
Oren: V-vormig, opzij gedragen. Klein van formaat.
Ongewenst: hangoren.
Mond: Lippen: strak.
Kaken: gespierd en krachtig. Schaargebit. Tanggebit is toegestaan.
Hals: Gespierd. Loopt geleidelijk breder naar de schouders toe.
Voorhand: Schouders: naar achter gelegen, lang. Schouderbladen zijn vlak.
Ellebogen: loodrecht op het lichaam.
Lichaam: Rug: kort, vlak en recht. Lendenen: gespierd.
Achterhand: Dijen: krachtig en lang. Voeten: Compact en rond. Tenen: iets gebogen. Eeltkussen: gevuld.
Staart: Hoog aangezet. Vrolijke dracht. Krachtig en gecoupeerd.
Kleur: Zwart / grijs: rug, ribben en lendenen.
Bruin-geel: rest.
Bruin: oren, aftekeningen in de hals en op de schedel.
Wit: enkele haren bij de voorbenen.
Vacht: Dichte structuur en verzorgd. Gladde vacht op lichaam en benen.
Bovenvacht: hard en stug.
Ondervacht: zacht en kort.
Ongewenst: gekrulde vacht.
NB Reuen: twee testikels moeten goed ingedaald zijn in het scrotum.